Ghana

 
De vlag van Ghana vertelt iets over de geschiedenis van het land. De bovenste, rode baan staat voor het bloed dat de Ghanezen vergoten toen ze voor hun vrijheid vochten. Het geel en de groene baan daaronder staan voor de natuurlijke hulpbronnen: het goud en het hardhout uit het oerwoud. De zwarte ster in het midden symboliseert de trots op de onafhankelijkheid die Ghana als eerste land in Sub Sahara Afrika in 1957 verkreeg. De bijnaam van het Ghanese voetbal team is de 'black stars'.

Het land ligt in West Afrika aan de Atlantische Oceaan en is zes maal zo groot als Nederland. Het telt nu 22 miljoen inwoners. Van hen zijn 69% christenen en 16% moslims. De rest hangt inheemse godsdiensten aan. Er zijn wel 75 talen en dialecten in Ghana, maar de helft van de inwoners spreekt de taal van de Ashanti, het Twi. Het Engels is de officiële taal in Ghana, die iedereen leert op school. 74 % van de bevolking kan lezen en schrijven (mannen: 81,9%, vrouwen: 65,9%). Ruim zestig procent van de bevolking werkt in de landbouw en visserij, 26% van de bevolking leeft onder de armoedegrens.

Anders dan in de rest van Afrika, hebben de Europeanen de Ghanezen lange tijd niet overheerst: vooral de Nederlanders onderhandelden en bouwden hun forten met toestemming van de dorpshoofden en van de machtige koningen: die van het Fante-volk aan de kust en die van het Ashanti-rijk in het binnenland. Nog altijd regeert er een Ashanti-koning in Ghana. Hij heeft niet zoveel macht als de regering, maar hij heeft wel veel invloed en de mensen eren hem en luisteren naar hem.

Sinds Michiel de Ruyter het fort Elmina op de Portugezen veroverde, bestaan de banden tussen Nederland en Ghana. Daardoor konden in 2002 beide landen vieren dat ze al driehonderdvijftig jaar met elkaar bevriend waren. Prins Willem-Alexander en prinses Máxima gingen ter ere van deze verjaardag naar Ghana. De koning van de Ashanti, Otumfuo Osei Tutu II, kwam in Nederland op bezoek.

De eerste Hollandse kooplui handelden nog in goud en hout (Ghana heette vroeger de Goudkust), maar later werd de slavenhandel het belangrijkst. Veel van de slaven die naar Suriname werden verscheept kwamen uit Ghana. Na de afschaffing van de slavernij werd in 1863 fort Elmina tezamen met de andere bezittingen door Nederland aan de Engelsen verkocht. Het boek 'de zwarte met het witte hart' van Arthur Japin geeft een boeiend relaas van een deel van deze geschiedenis. Tegenwoordig is Nederland opnieuw de grootste importeur van Ghanese goederen; met name van cacao, goud en hout.


Klik hier voor een interessante verzameling van vijftig Akan / Twi spreekwoorden.

FOTOGALERIJ